Nog geen reacties

Heerlijke Kerstmaaltijd – foto’s en verslag

Woensdag 13 december werd de kerstmaaltijd gevierd. De foyer van de Hofkerk was feestelijk versierd. De zaal was vol en er werd volop genoten van de 4 gangen-diner dat de kookploeg had gemaakt.

Na een zalmcocktail wordt de soep geserveerd
De kookploeg v.l.n.r. Tiny van der Meijden, Marianne de Haan, Karin van Ruyswijk, Coby, Hein Vaartjes, Koos van der Meijden en Tony Ruyswijk
Tineke de zwart had voor het dessert heerlijk ijs gemaakt
Peter Siepman sr. verraste ons nog  een komisch verhaal over het leven van de kerstboom.

Kijk voor meer meer foto’s in het album Kerstmaaltijd 2017

Veel mensen legden iets meer in voor de kerstmaaltijd. De overgebleven 30 euro  zijn geschonken aan Kinderen in de knel

Het hele jaar sta ik heerlijk in het bos,
Niet in een standaard, gewoon lekker los. 
De hele familie gezellig om mij heen,
Allemaal net als ik op één been. 
Maar dan komt december fijn, fijn voor de mensen, 
Wij, bomen kunnen ons wel iets anders wensen. 

Mannen met bijlen om ons te kappen, 
Staan doodkalm je hele familie om te hakken. 
Daarna liggen we op een hoop in een wagen, 
Ik lig bovenop, dus ik mag niet klagen. 
Bij de handelaar liggen wij op de grond, 
Een nare ervaring als je eerst altijd stond. 

Dan het gezeur van de klanten over ons figuur, 
We zijn te vol, te kaal en dan ook nog te duur. 
Er gebeurt heel wat voor men de koop sluit, 
Ze pakken je bij je nek en schudden je uit. 

Je verlangt naar de plek vanwaar ze je haalden,
Per klant verlies je tientallen naalden.
Maar het ergste komt als je bent verkocht,
Wat men dan uithaalt is zeer ver gezocht. 
Je wordt in een hoek van de kamer geplant.
Met een piek op je kop en een bal in je hand. 

Pas tegen de avond is men met me klaar,
Ik zit onder de kaarsjes en engelenhaar. 
Ik denk dat is dat, terwijl ik geeuw, 
Maar dan komt ma met de spuitsneeuw.
Ze hadden zitten piekeren onder het eten, 
Wat ze toch aan mij waren vergeten. 

Zo sta ik dan een aantal dagen voor gek, 
En dan halen ze me opnieuw van mijn plek. 
Alles gaat eraf, want ik wordt afgetuigd, 
Ik voel mij zo vrij en mijn hartje juicht. 
Dan pakken ze mij beet, ik ben wat verwonderd,
Want ik word zomaar zonder meer het raam uit gedonderd. 

Zeker 15 jongens rennen op mij af, 
En slepen mij mee in snelle draf. 
Eindelijk zijn wij er na een half uurtje
En nu gooien ze me weer in een schuurtje.
En daar ben ik niet de enige boom, 
Ik ben bij de familie en denk dat ik droom. 

Op een avond gaan we weer op een hoop.
Ik lig op mijn buurman, dennenboom Stoop.
Dat is het laatste wat ik weet, 
Want daarna werd het verschrikkelijk heet.