Kerst 25 december

Bijbellezing: Lucas 2: 1-20

Wie waren er allemaal in de stal? Wie waren de getuigen van de geboorte van Jezus? Uiteraard Maria en Jozef. En we lezen van engelen die van de geboorte aan de herders verkondigen. Ook zij zijn getuigen. En we horen van de herders, die aan allen in de stal vertellen hoe zij van engelen vernamen dat de Messias was geboren. Nadat ze met ogen het kind gezien hebben, gaan ze weer op weg en zij loven en prijzen God. Vanaf dat moment verspreidt het nieuws zich: God is in ons midden gekomen, in een kind, dat de wereld komt redden. Die goede boodschap heeft zich verspreidt door tijd en ruimte heen, zodat het ons tweeduizend jaar later heeft bereikt. Aan de herders merken we: getuige zijn is niet alleen zien of horen, maar het heeft ook te maken met getuigen, met doorgeven waarvan je getuige bent geweest.

Als we door het getuigenis van de herders geraakt worden, dan stroomt ook onze mond over. Net als zij prijzen en loven wij dan God, en geven door wat eens in een stal gebeurde.

De vraag daarbij is: de wijze waarop God in ons midden is gekomen, als een kind, wat houdt dat in voor de manier waarop wij dat goede nieuws doorgeven?