Woensdag 20 juni vond in het Nieuwe kerk het 2de stadsgesprek plaats. Ruim 80 mensen waren afgekomen op het thema “Waardig leven, waardig sterven.” Waardering was er voor de protestantse gemeente Delft dat ze dit thema durfde aan te snijden en dat er openheid was voor verschillende meningen.
Voormalig adjunct-hoofdredacteur van Trouw Gerbert van Loenen leidde het gesprek in. Hoe is de discussie over waardig sterven ontstaan vroeg Van Loenen zich af. Hij begon bij de Tv documentaire De laatste wens van Moek die de NCRV in 2010 uitzond . ( Bekijk hier deel 1 en deel 2) In de documentaire gaat het over Moek die op hoge leeftijd is , niet leeft met uitzichtloos lijden, maar het leven moe is. De schoonzoon van Moek helpt haar om haar wens te sterven tot uitvoering te brengen. En omdat hulp bij zelfdoding in Nederland verboden is volgde er een proces en kreeg de schoonzoon een voorwaardelijke straf.
Opmerkelijk was het, vertelt van Loenen, dat de NCRV de documentaire zonder kritische vragen uitzond. Zelf heeft hij de volgende vragen.
- Vaak gaat het in de wens om waardig sterven, om mensen die op leeftijd zijn en afhankelijk en kwetsbaar zijn. Hoe bescherm je de kwetsbare mens? Niet elke schoonzoon is zo liefdevol, als die van Moek en niet ieder mens is zo autonoom als Moek was.
- Is dan een leeftijdgrens gewenst? Sommigen zoals Pia Dijkstra zeggen ja, maar andere vinden zo’n grens willekeurig.
- Van Loenen zegt uit ervaring dat we naar de oudere generatie kijken om van te leren. Wat zijn gevolgen vraagt hij zich af? De enen zelfdoding kan een andere beïnvloeden?
- Ouderen zijn niet altijd rationeel. Als ze bijvoorbeeld zeggen “ik wil niet meer leven als in naar een verzorgingshuis moet”, wat zeggen ze dan echt. Het vergt om goed te luisteren.
- Tot slot pleit van Loenen om meer aandacht jongeren die levensmoe zijn.
Psychiater bij GGZ Rivierduinen in Gouda Klaas-Jan Pos vraagt om meer aandacht voor de verbogen kwetsbaarheid.
Hij vertelt uit zijn praktijkervaring dan een psychische diagnose niet zo hard is als die van een gebroken been. Ieder mens heeft een Uniek levensverhaal en dat levensverhaal kan veranderen. Het is een levend ding.
Maar het is ook altijd een paradoxaal verhaal. We hebben besef van onze sterfelijkheid en van waarden die onsterfelijk zijn. Daarin ligt een spanning omdat we iets oneindigs willen nastreven in ons eindige bestaan. Dat brengt altijd lijden met zich mee filosofeert Pos.,tenzij we het verdringen.
Pos benadrukt dat we leven in een cultuur van maakbaarheid. En we verhullen daarmee onze kwetsbaarheid. Hij probeert in zijn werk zo goed mogelijk te luisteren en zich in te leven in zijn patiënten. Dat lukt alleen als je je eigen kwetsbaarheid ook onder ogen durft te zien.
Het noemen van een “voltooid” leven wijst meer naar de maakbaarheid van onze samenleving en verhult onze kwetsbaarheid.
CU-raadlids Joëlle Gooijer was voorheen als ergotherapeut werkzaam in de ouderenzorg. Zij benadrukt naast de autonomie de onderlinge afhankelijkheid die mensen aan het eind van het leven hebben. Zowel mantelzorger als hulpbehoevende hebben een onderlinge band.
Zij vraagt zich af of we in onze samenleving niet de fase van afscheid overslaan. Zij wil niet graag dat mensen hun leven als voltooid zien door de druk van buitenaf.
Zij zoekt naar een manier om naast pijn bestrijding vooral aandacht te geven aan zingeving. Een pleidooi dat later werd opgepakt. Hoe kunnen zingeving aan de oude dag geven, tussen kwetsbaarheid en vruchtbaarheid.
Uit politiek oogpunt onderstreepte Gooijer de bescherming voor de kwetsbare mensen in het nadenken over de effecten van het zelf kiezen voor het moment van uiteindelijke rust
Bram Gille leidde de gesprekken die in alle openheid werden gevoerd . Stadsfilosoof Hubertus Bahorie was in zijn slotwoord dankbaar dat dit gesprek gevoerd kon worden. Hij stipte nog aan als de dood nabij nabij is er zinnige gesprekken gevoerd worden en dat het lijden ook gezien kan worden als een opgave. Tot slot noemde hij dat de positie van ouderen in anderen landen veel meer geïntegreerd is in de samenleving