
Op de eerste zondag in oktober geeft de Protestantse Kerk op een bijzondere manier uiting aan haar roeping tot onopgeefbare verbondenheid met Israël. Bron www.protestantsekerk.nl/themas/kerk-en-israel/israelzondag
Waarom is er eigenlijk een Israëlzondag? In 1949 stelt de hervormde synode een Israëlzondag in, net na de Tweede Wereldoorlog en de vestiging van de staat Israël. Er zijn drie motieven voor zo’n aparte markering in het kerkelijk jaar. Gestalte geven aan de liefde voor het volk Israël, bezinning op de relatie van de Kerk met Israël, gebed voor het volk Israël. In dienen, leren en vieren zoekt de Kerk de relatie met het Joodse volk. Eerst stelde de hervormde synode voor om de Israëlzondag te laten vallen op de zondag vóór de Grote Verzoendag, maar vanaf 1950 is er een vaste zondag in het jaar: de eerste zondag in oktober. Omdat in die periode de grote feesten in het jodendom vallen: Nieuwjaarsdag, Grote Verzoendag, Loofhutten. In 1984 wordt van gereformeerde zijde officieel de Israëlzondag ingesteld.
Vragen
Vanaf het begin zijn er ook vragen. Komen we Israël niet elke zondag tegen in de liturgie: in het zingen van de Psalmen en de schriftlezingen en bovenal het besef dat zowel joden als christenen hun eenheid vinden in de God van Israël? En wat wordt er dan bedoeld met Israël? Velen denken bij Israël niet alleen of in eerste instantie aan de relatie met het volk Israël, maar aan de staat en aan het conflict tussen joden en Palestijnen. Met alle vragen en met verschillende roepingen die kunnen botsen en schuren is het juist van belang rond de grote feesten in het Jodendom extra aandacht te geven aan de relatie met het Joodse volk.
In de handreiking voor Israëlzondag van de PKN staan vier portretjes van jonge leden van
onze kerk. Zij vertellen wat Kerk en Israël voor hen betekent. Wij laten er hier twee zien.
Hans van Dijk
“Knap hoe relaxed Joden in het leven staan”
Het Jodendom en het land Israël zijn voor hem altijd bijzonder geweest omdat zich daar de verhalen afspelen die hij van jongs af aan meekreeg. Hans van Dijk (33), universitair docent Organisatiewetenschappen aan de Universiteit van Tilburg: “De Joodse cultuur vind ik ook aangenaam. Er is voor mij geen stad die ook maar enigszins te vergelijken is met Jeruzalem, met name vanwege de oude stad en de verschillende religies die er samenkomen.”
Ook de geschiedenis van het Jodendom maakt dat Hans geïnteresseerd is in zowel het land als de religie. “Als universitair docent heb ik een aantal collega’s die Joods zijn. Ik vind het erg knap hoe ze, ondanks hun historie en de constante dreiging, zo relaxed in het leven staan. Het is ongelooflijk hoe zwaar Joden het hebben gehad en hoe erg ze zijn opgejaagd.
Heel bijzonder dat ze nog geen honderd jaar later hun eigen land hebben en een relatief goed functionerende samenleving.”
Een hand toereiken
Een bezoek aan het land kon niet uitblijven. “Met name het Yad Vashem en de oude stad van Jeruzalem hebben me echt geraakt, het was zo indrukwekkend! Tegelijkertijd vond ik het moeilijk om de muur te zien, wetende onder welke moeilijke omstandigheden de Palestijnen leven. Ik begrijp de beslissing van Israël om de muur te bouwen. Maar vanuit mijn onderzoek naar diversiteit weet ik dat de enige weg naar verzoening en vrede ligt in een hand toereiken, en dat anderen onderdrukken enkel tot een grotere weerstand leidt. Ik ben me ervan bewust dat het makkelijk praten is als buitenstaander, ik kan nooit alles begrijpen van de
situatie om er überhaupt een goed geïnformeerde mening over te hebben.”
Niet iedereen is zo genuanceerd. “De twee pro-groepen zijn denk ik al te lang tegen elkaar uitgespeeld, en we moeten proberen daar niet verder aan bij te dragen. De verhouding tussen hen is problematisch, maar gegeven het feit dat beide groepen uit mensen, dus kinderen van God, bestaan, hebben we als christenen
een plicht om voor de rechten van beide partijen op te komen en het beste voor hen te zoeken. Laten we pro-medemens zijn.”
Liesbeth Hak
“Ontzag en respect gekregen voor beide kanten”
Van jongs af aan is ze als het ware ‘opgevoed’ met Israël. Liesbeth Hak (28), als ICT-trainee werkzaam in adviserende rollen (bedrijfsvoering en innovatie): “Israël was het beloofde land, een plek waar onze familie en vrienden wonen. Familie van mijn vaders kant heeft een actieve rol gespeeld in het verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog. Een aantal van hen is daarbij om het leven gekomen, daar praatte mijn vader veel over. Daarnaast heeft hij jarenlang vrijwilligerswerk gedaan in een kibboets in Israël, en reizen georganiseerd met en voor anderen. Zijn verhalen en die van mijn familie maakten dat ik een bijzonder soort
loyaliteit en voorliefde ontwikkelde voor Israël.”
Ze bezocht het land natuurlijk ook zelf. “Het was de gewoonte om eens in de drie à vier jaar het land en mijn
vaders familie en vrienden te bezoeken. Toch wilde ik er ook een keer alleen naartoe. Zo ging ik een paar jaar geleden op reis om mijn eigen affiniteit met het land en de cultuur te onderzoeken.
Ik heb een half jaar in Tel Aviv gewoond en studeerde daar Hebreeuws, een geweldige tijd. In die stad leerde ik ook een andere kant van het land kennen.”
Jongeren zijn gematigder
“Vroeger was ik per definitie pro-Israël, maar tijdens mijn verblijf in Tel Aviv veranderde dat. Ik sprak veel met mensen over het leven in Israël, mensen met verschillende posities en afkomsten.
Ik besefte toen pas hoe diepgeworteld het conflict echt is. In gesprekken met jongeren viel het me op dat zij een stuk gematigder zijn in hun stelligheid dan de wat oudere (meer extreme) generatie aan de top. Men leeft een stuk makkelijker samen lijkt het wel, wil dat ook het liefst.
Sinds mijn tijd daar heb ik meer ontzag en respect gekregen voor beide kanten. Ik zal niet zo snel meer iets roepen.”